De artikelen van Rene Zwart bevatten altijd een meer of mindere kern van waarheid. De artikelen worden altijd geapprecieerd omdat ze gevoelige snaren raken, wetende dat de inhoud heel vaak is meegegeven door derden. Dat is niet erg, want een journalist kan niet alles in zijn eentje in de gaten houden, alle documenten lezen en ook nog eens zelf gaan schrijven. Eén van zijn meest recente artikelen heeft de kop: “Eilandsraad Bonaire doet zichzelf stilletjes half miljoen cadeau”. Zonder een discussie te gaan voeren via de media moet er wel op gewezen worden dat zowel de koptekst als de inhoudelijkheid bezijden de juiste en volledige waarheid zijn.
Om te beginnen met het onnodig insinuerende woord “stilletjes”. In de openingszin in de romptekst zijn de eerste 10 woorden “De verordening is in de openbare vergadering van 3 oktober 2023”. Hoezo stilletjes? Dat er ook maar geen één woord aan gewijd is tijdens de raadsvergadering, doet niet ter zake, want alle raadsleden behoren alle stukken te hebben gelezen en er hoeft niet over elk stuk gedebatteerd te worden, gezien alle stukken al eerder in één of meerdere commissievergaderingen uitgebreid behandeld zijn. Of geeft de schrijver (en of de schrijvers) hier al een opening voor de rest van het betoog? Om maar een argument aan te halen!
De schrijver trekt de vergelijking met de gemeente Putten en de gemeente Haarlemmermeer. Hij doet dit op basis van de bevolkingsgrootte en of het al dan niet aanwezig zijn van een internationale luchthaven. Hiermee gaat de schrijver te kort door de bocht. Het klopt dat de gemeenteraadsleden in Nederland een vergoeding krijgen op basis van het inwonertal. Wat de schrijver verzuimt te melden is dat er maar liefst 19 gemeenteraadsleden zijn in Putten. De schrijver vergeet ook te melden dat het (ondersteuning)apparaat waar de raadsleden in Putten op kunnen steunen vele malen groter is dan op Bonaire (en de BES eilanden). Het zijn toch o.a. het Cft en de Stas BZK die elke keer rapporteren en wijzen op de beperkte uitvoeringskracht/capaciteit op Bonaire. Heeft de schrijver zich wel eens afgevraagd hoeveel ambtenaren er eigenlijk in Nederland bezig zijn met de gemeente Putten? Heeft de schrijver zich wel eens afgevraagd hoeveel ambtenaren in diverse entiteiten de raadsleden direct of indirect ondersteunen? Als een gemeenteraadslid van Putten even aangeeft dat hij geen juiste en volledige advies kan geven of tot een gedegen besluit(vorming) kan komen, dan wordt er direct een blik met ambtenaren opengetrokken en afdelingen opgezet om deze leemte te vullen. Niemand die ook maar enig zicht heeft op het totaal aantal ambtenaren en externen, en de totale kosten die gemaakt worden om de gemeente Putten goed te runnen.
Het is altijd heel makkelijk om even vanuit een businessclass KLM naar het eiland te kijken en snel vast te stellen hoeveel ambtenaren er zijn en hoeveel de kosten bedragen. Het moet de schrijver ook bekend zijn dat een willekeurige ambtenaar of raadslid op Bonaire een duizendpoot moet zijn en is. Iedereen (de bevolking van Bonaire en alle Nederlandse entiteiten) klagen zeer terecht dat alles hier langzaam gaat en dat er maar geen concrete eindproducten zichtbaar zijn. Het woningbouwproject als voorbeeld nemend; heeft de schrijver er wel eens bij stilgestaan hoeveel ambtenaren van hoeveel ministeries en hoeveel externen zich achter de schermen met dit project hebben beziggehouden? Hoeveel adviezen en rapporten zijn geschreven voordat bijvoorbeeld in de gemeente Putten, een raadslid een besluit zou kunnen nemen over woningbouw.
En dan is het dus heel kort door de bocht om een raadslid van Bonaire af te rekenen op zijn vergoeding van formeel enkele uren in de week. Terwijl de schrijver heel goed beseft dat een raadslid dat nooit kan doen in die beperkte aantal uren.
Wat vindt de schrijver van het adagium “An honest day pay for an honest day job”?
Ik kan natuurlijk ook ingaan op de vergelijking met de gemeente Haarlemmermeer. Maar ik weet zeker dat de schrijver daar niet vrolijker op gaat worden.
Dat de Rijksvertegenwoordiger voor de vorm heeft tegengesputterd, is begrijpelijk. De Rijksvertegenwoordiger weet namelijk heel goed welke werkzaamheden en componenten allemaal meegenomen moeten worden om een zuiver vergelijking te maken. Heeft de Rijksvertegenwoordiger wel eens gekeken naar het RCN apparaat en de vele ondersteuning die vanuit gemeenten, provincie en Rijk nog eens wordt aangeleverd? Heel verstandig van de Rijksvertegenwoordiger om zich niet in deze discussie te gaan mengen. Over de governance rondom de Rijskvertegenwoordiger wil ik het nu niet hebben.
Een klein detail: De opmerking over businessclass reizen is ook onnodig opruiend.
Het zou de schrijver sieren als hij voor een volledige beeldvorming en meningsvorming de regeling dienstreizen in de CAO Rijk erbij pakt. Daarin is onder andere opgenomen: “U mag reizen in business klasse of een vergelijkbare klasse als bij uw dienstreis de vliegtijd van uw vlucht zes uur of meer is en voor uw dienstreis een vervoerbewijs in die klasse beschikbaar is. Dit geldt ook als uw dienstreis uit meerdere vluchten bestaat”. Dit houdt praktisch in dat niet alleen de notabelen maar elke willekeurige ambtenaar vanaf schaal 3, vanuit Amsterdam naar Bonaire en visa versa, businessclass mag reizen. En reken maar dat elke ambtenaar heel goed let op zijn plichten en rechten, en dus de businessclass van de KLM vaak gevuld is met “business ambtenaren”. Ik durf bijna te stellen dat als de schaal 3 ambtenaar toch economy class vliegt en daarna klaagt over rugpijn of opgezette enkels, hij dit kan melden bij de bedrijfsarts, en zijn leidinggevende een “reprimande” zal krijgen.
De slotzin in het artikel klopt en sta ik ook achter. “De eilandsraadleden beseffen dat zij er voor de bevolking zijn en niet andersom”. Om hier invulling aan te kunnen geven moet je de eilandsraadleden ook faciliteren om deze cruciale rol in te kunnen vullen. Ik vrees dat door dit schrijven een welles-nietes discussie gaat ontstaan en dat we allemaal de vinger gaan wijzen naar elkaar en afzonderlijke bedragen en of componenten tegen het licht gaan houden. Ik vrees dat de schrijver en iedereen die ademt dit artikel gaat aangrijpen om weer met modder te gaan gooien.
Het enige wat ik vraag en hoop is: laten we eens een keer samen kijken naar wie wat moet doen, en wat er allemaal voor nodig is (kosten en capaciteit) om ervoor te zorgen dat de bevolking van Bonaire trots kan zijn op wat er op hun Dushi Isla allemaal voor mooie dingen worden gedaan. En naar een totale samenhang gaan kijken.
PS
Over de datum van 3 oktober 2023 en de samenstelling van de Eilandsraad op dat moment en het unaniem aannemen van de verordening heeft de schrijver met geen woord gerept.