Vandaag heeft het kabinet een voortgangsbrief over de kabinetsreactie slavernijverleden aan de Tweede Kamer gestuurd. Uit de brief blijkt welke stappen er zijn gezet sinds het aanbieden van de excuses voor het slavernijverleden en hoe het vervolgproces er verder uit gaat zien. Er is gewerkt aan de toezeggingen uit de kabinetsreactie, zoals de verdere invulling van het fonds van €200 miljoen en het herdenkingscomité. Ook vergroot het kabinet de inzet op het bestrijden van discriminatie en racisme onder meer door het versterken van anti-discriminatievoorzieningen, ook in Caribisch Nederland. Verder zijn er al concrete zaken in gang gezet, zoals verschillende toezeggingen aan de zes eilanden, de inwerkingtreding van de Wet Gelijke Behandeling op Bonaire, Saba en Sint Eustatius en de mogelijkheid tot naamswijziging van nazaten van tot slaaf gemaakten.
Vervolgtraject ‘na de komma’
Afgelopen 19 december heeft minister-president Rutte namens de regering excuses aangeboden voor de betrokkenheid en de rol van de Nederlandse Staat en diens historische voorgangers bij het slavernijverleden aan nazaten wereldwijd, en postuum aan hun nazaten die tot vandaag de gevolgen van dit verleden ervaren. De afgelopen maanden stonden in het teken van gesprekken met nazaten en andere betrokkenen over de excuses, op Aruba, Curaçao, Bonaire, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, in Europees Nederland en in Suriname.
Fonds en herdenkingscomité
Twee belangrijke toezeggingen uit de kabinetsreactie zijn de inrichting van een herdenkingscomité en het fonds van €200 miljoen euro. Het herdenkingscomité zal toezien op een grotere, waardige, Koninkrijksbrede herdenking van het slavernijverleden, waar mogelijk in samenwerking met Suriname op dit gebied. Het fonds is opgesplitst in twee delen. €100 miljoen is bedoeld voor een subsidieregeling voor maatschappelijke initiatieven. Hierbij is het uitgangspunt dat het geld uit het fonds laagdrempelig en breed beschikbaar wordt. De andere €100 miljoen is bestemd voor het uitvoeren van de maatregelen voor kennis en bewustwording, erkenning en herdenken en doorwerking en verwerking.
Een voorbeeld daarvan is de mogelijkheid tot het kosteloos wijzigen van de namen van tot slaaf gemaakten. Er moet een geografische balans zijn in de besteding van middelen. Ook krijgen nazaten en overige betrokkenen een actieve rol in de verdere uitwerking van de gekozen maatregelen. Het kabinet blijft in gesprek met nazaten en andere betrokkenen in alle stadia van het fonds en ook bij het inrichten van het herdenkingscomité. Het doel is dat de subsidieregeling voor maatschappelijke initiatieven uiterlijk in het voorjaar van 2024, of zoveel eerder als mogelijk, klaar is en dat het Herdenkingscomité in de zomer van 2024 van start kan gaan.
Caribisch deel van het Koninkrijk
Het kabinet heeft op 19 december aan alle eilanden toezeggingen gedaan. Die worden nu vormgegeven samen met nazaten, maatschappelijke organisaties en vertegenwoordigers van de eilandelijke overheden. De uitvoering van de toezeggingen en het tot stand komen van een standpunt kent per eiland een eigen vorm en tempo. Het kabinet onderzoekt hoe de verschillende organisaties ondersteund kunnen worden in hun werk, met speciale aandacht voor grass roots organisaties en betrokkenheid van de inwoners. Hiervoor organiseert het kabinet na de zomer een bijeenkomst in het Caribische gebied, met stakeholders van alle zes de eilanden.
Initiatieven en toezeggingen per eiland
Aruba, Bonaire, Curaçao
Op Aruba is de commissie ‘Bewustwording slavernijverleden Aruba’ met een bewustwordingscampagne van start gegaan. Het Nationaal Archief Aruba werkt aan het doorzoekbaar maken van de Koloniale Archieven met behulp van handschriftherkenningssoftware. Verder wordt gewerkt aan lesmateriaal en aan een monument voor verzetsheldin Virginia Dementricia.
Op Bonaire heeft de 1-juliwerkgroep van het Bestuurscollege de taak gekregen de bewustwording van het Bonairiaans slavernijverleden te vergroten. Dit gebeurt door het beschikbaar stellen van lesmateriaal en andere activiteiten. Daarnaast werkt de Dialooggroep Bonaire aan de totstandkoming van een (achter)namenmonument. Het boek ‘Bonaire, een koloniale zoutgeschiedenis’ wordt met bijbehorend lesmateriaal beschikbaar gesteld aan scholen.
Op Curaçao is de rehabilitatie van Tula toegezegd. In de plannen van het Platform Slavernijverleden en Erfenis Slavernijverleden (Sklabitut i Herensha di Sklabitut) staat de rehabilitatie symbool voor een emancipatoire beweging en brede bewustwording. Het platform heeft een breed programma opgesteld rondom 3 oktober, de sterfdag van Tula. De financiering van dit programma is aan het platform toegekend.
Sint Maarten, Saba, Sint Eustatius
De minister-president van Sint Maarten heeft de Advisory Committee on Slavery, Atonement and Reparations officieel ingesteld. Zij gaat aanbevelingen doen aan de regering van Sint Maarten over de opvolging van de excuses. Het kabinet vindt het van belang dat Sint Maarten dit proces in haar eigen tempo kan doorlopen, waarna zij de opvolging van de excuses samen wil vormgeven.
Aan Sint Eustatius heeft het kabinet de toezegging gedaan om een slavernijmonument of -gedenkplaats te financieren en het werk van de Sint Eustatius Cultural Heritage Implementation Committee op basis van behoeften financieel en technisch te ondersteunen.
Op Saba zijn verschillende toezeggingen gedaan, die passen in een brede inzet van bewustwording van het slavernijverleden. Zoals genealogisch onderzoek voor nazaten en een monument. Uit de gesprekken is naar voren gekomen dat het van belang is hier ook zaken als participatie en het ontwikkelen van lesmateriaal bij te organiseren.
Op alle eilanden is veel aandacht voor het behouden, beheren en ontsluiten van koloniaal- en slavernijerfgoed; de toegankelijkheid van de Rijkscultuurfondsen op de eilanden; de beschikbare culturele infrastructuur; en de museale voorzieningen.
Herdenkingsjaar Slavernijverleden
Van 1 juli 2023 tot 1 juli 2024 vindt het Herdenkingsjaar Slavernijverleden plaats. Voor het herdenkingsjaar zijn twee fondsen in het leven geroepen om culturele, maatschappelijke en educatieve activiteiten te organiseren. Centraal staan perspectieven die deel uitmaken van dit tot nu toe onderbelichte verleden en die de slavernij in het toenmalige Nederlandse Koninkrijk en de periode van contractarbeid willen herdenken. De belangstelling hiervoor is groot. Daarom zijn de beschikbare middelen voor het Mondriaan Fonds en het Fonds voor Cultuurparticipatie verdrievoudigd. Zo is er voor beide fondsen 2 miljoen euro extra. Dit bedrag komt bovenop de eerder toegezegde 2 miljoen euro, waardoor er in totaal 6 miljoen euro beschikbaar is. Het gaat om tientallen projecten, waaronder Wintertuin Curaçao (literair project/digitaal platform over gemeenschappelijke geschiedenis Curaçao en Ghana). Het Fonds voor Cultuurparticipatie zorgt voor extra begeleiding aan organisaties in zowel Europees Nederland als op alle zes de eilanden. Tevens wordt een deel van dit bedrag geoormerkt voor het Caribische deel van het Koninkrijk.