In de afgelopen jaren is de snelle behandeling van strafzaken verbeterd

De Raad van justitie (hierna “de Raad” genoemd) heeft in zijn verslag “Inspectie-tijd: het sturen, prioriteren en monitoren van eenvoudige en complexe strafzaken op Sint Maarten” vastgesteld dat de relevante justitiële organisaties, namelijk de politie van Sint Maarten (KPSM), het Nationaal Onderzoeksbureau en het Openbaar Ministerie (OM), over het algemeen in staat zijn om strafrechtelijke zaken snel en binnen een redelijke termijn te behandelen. Dit ondanks indirecte en externe knelpunten.

Voortgangstijd van strafzaken

De verplichting om zaken snel en binnen een redelijke termijn af te handelen, geldt internationaal en is in de lokale wet- en regelgeving opgenomen. De redelijke termijn bedraagt ten hoogste twee jaar. Dat een onderzoek snel moet worden verricht, is een van de omstandigheden die de rechter in aanmerking neemt bij het bepalen of de redelijke termijn is overschreden. De geloofwaardigheid en legitimiteit van onderzoek en vervolging worden dus versterkt door een efficiënte behandeling van onderzoeken. De snelle behandeling van zaken door gerechtelijke organisaties is ook in het belang van zowel slachtoffers als verdachten.

Op basis van de verstrekte cijfers, de verhoren en het aantal strafverlagingen in de onderzochte periode concludeert de Raad dat de snelle behandeling van strafzaken de afgelopen jaren is verbeterd. De onderzochte organisaties slagen hierin door zich te richten op prioriteitsstelling, sturing en monitoring van gevallen ten gunste van onder meer doorlooptijden. Dit ondanks het ontbreken van algemene voorwaarden zoals capaciteit, deskundigheid en middelen bij de onderzoeksdiensten. Dit heeft invloed op de doorlooptijd, vooral in complexere gevallen.

De Raad was niet in staat inzicht te krijgen in de vraag of de doorlooptijd van en tussen de organisaties en de gehele strafrechtelijke keten snel is of niet. Het is daarom noodzakelijk de registratie en de gebruikte systemen aan te passen, wat nog niet het geval is.

Aanbevelingen

De Raad ziet mogelijkheden met name wat betreft de voorwaarden voor de uitvoering van de werkzaamheden en de gebruikte registratie- en systemen. Daarom hoopt de Raad dat de zeven aanbevelingen kunnen bijdragen tot een verdere verbetering van de termijn voor de behandeling van strafzaken. De Raad is van mening dat het onderzoek en de vervolging sneller kunnen plaatsvinden, ten behoeve van zowel verdachten als slachtoffers.