SER over aangepast initiatiefvoorstel MAN-fractie tot verlaging leeftijd waarop men recht heeft op volwassenminimumloon
,,Vanuit de gedachte dat human capital moet worden gekoesterd en dat werk moet lonen, is het goed wanneer in meerderjarige jongeren wordt geïnvesteerd. Een gelijke financiële beloning voor gelijke arbeidsprestatie hoort daarbij om de motivatie, de moraal en het arbeidsethos op een aanvaardbaar niveau te houden. Zelfstandige jongeren, die de wettelijke volwassenleeftijd van 18 jaar hebben bereikt en die werken, hebben recht op tenminste een aanvangssalaris waar ze op waardige wijze van kunnen leven (decent work). Dit bedrag is op Curaçao, voor volwassenen, het bruto wettelijk (volwassen) minimumloon. Het huidige minimumjeugdloon kan daarom voor jongeren vanaf de leeftijd van 18 jaar worden afgeschaft.”
Tot dat oordeel komt de Sociaal-Economische Raad (SER) in zijn op 20 januari jongstleden uitgebrachte briefadvies aan de Staten naar aanleiding van een door de MAN-fractie aangeboden aangepast ontwerp van een initiatieflandsverordening tot wijziging van de Landsverordening minimumlonen. De wijziging beoogt de rechthebbende leeftijd op het wettelijk volwassenminimumloon te verlagen van 21 naar 18 jaar.
De SER heeft over dit onderwerp al op 24 februari 2021 uitvoerig geadviseerd naar aanleiding van een eerdere versie van het initiatiefwetsvoorstel. De raad is toen tot diezelfde conclusie gekomen.
De SER constateert dat er in de motivering van het aangepaste initiatiefvoorstel geen nieuwe feiten, omstandigheden en of verklaringen worden aangedragen die de raad aanleiding geven om af te wijken van zijn eerder ingenomen standpunt ten aanzien van hetgeen het voorstel materieel beoogt. ,,Alhoewel op basis van conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) en richtlijnen van de Europese Unie (EU) verschillen in behandeling op grond van leeftijd in bepaalde omstandigheden gerechtvaardigd zijn, is het van essentieel belang onderscheid te maken tussen verschillen in behandeling die gerechtvaardigd zijn, met name door legitieme doelstellingen van het beleid op het terrein van de werkgelegenheid, de arbeidsmarkt en de beroepsopleiding, en discriminatie die verboden moet worden. Het is de SER, met betrekking tot de specifieke leeftijdscategorie ’18-jarigen’, niet gebleken dat er sprake is van enige grond in beleidsmatige en/of juridische zin die een verschil in behandeling voor deze specifieke categorie – in de Curaçaose context – rechtvaardigt. Evenmin heeft de raad een overtuigende rechtvaardigingsgrond in beleidsmatige zin kunnen vinden c.q. ontdekken voor een verschil in behandeling ten behoeve van de leeftijdscategorieën ’19-20’ jarigen die op Curaçao doorgaans op parttimebasis in de horeca en of de detailhandel (retail) werkzaam zijn.”
Het adviesorgaan is verder van mening dat 16- en 17-jarigen, die ook actief zijn op de arbeidsmarkt, 75% van het volwassen minimumloon kunnen krijgen mede omdat zij onderworpen zijn aan de leerplicht en om hen zoveel mogelijk te stimuleren hun middelbare schoolopleiding af te maken. ,,Daarmee wordt tevens bijgedragen aan het oplossen van de problematiek met betrekking tot vroegtijdige drop-out”, aldus het adviesorgaan.