De eerste prik is gezet: 1.800 eendagskuikens krijgen een vaccinatie tegen hoogpathogene vogelgriep. Nog niet eerder zijn kippen in Nederland in een veldproef gevaccineerd tegen vogelgriep.
Daarmee is de veldproef, die plaatsvindt in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), gestart. Dit is een belangrijke stap richting het grootschalig vaccineren van pluimvee tegen het vogelgriepvirus.
Minister Piet Adema: “Vogelgriep is een ernstige ziekte waar de pluimveesector enorm door is getroffen, dat raakt zowel de dieren als de ondernemers en er zijn natuurlijk ook veel wilde vogels door gestorven. We komen daarom samen in actie om het aantal besmettingen bij gehouden pluimvee terug te dringen.”
Veldproef
Uit eerder onderzoek in het laboratorium bij Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) is gebleken dat twee vectorvaccins tegen hoogpathogene vogelgriep effectief zijn tegen verspreiding van het virus. Het ministerie laat nu Wageningen University & Research (WUR), Royal GD (Gezondheidsdienst voor Dieren) en Faculteit Diergeneeskunde van Universiteit Utrecht onderzoeken of deze twee vaccins ook effectief zijn in de praktijk.
Bij de start van de veldproef worden de kuikens ingedeeld in verschillende testgroepen. Op gezette tijden worden met een aantal kippen uit de veldproef een proef gedaan in het laboratorium, onder gecontroleerde omstandigheden, om de effectiviteit tegen infectie te onderzoeken. Gedurende de proef worden de kippen intensief gemonitord en gecontroleerd, in lijn met de nieuwe Europese verordening. Deze veldproef is een wetenschappelijk onderzoek en de producten van de gevaccineerde kippen worden niet op de markt gebracht. Kippen worden nu ook al gevaccineerd tegen diverse ziektes.
Resultaten
De proef op de twee bedrijven duurt tot in het derde kwartaal van 2025. De eerste resultaten worden in het tweede kwartaal van 2024 verwacht. Onder praktijkomstandigheden kan de effectiviteit van een vaccin anders zijn dan onder gecontroleerde omstandigheden in een laboratorium. In een pluimveestal zijn bijvoorbeeld de huisvesting en het stalklimaat anders, worden de dieren tegen meer ziekten gevaccineerd en zijn er andere kiemen in de stal aanwezig die de effectiviteit van een vaccin zouden kunnen beïnvloeden. Belangrijk is dat de vaccins niet alleen bescherming geven tegen ziekteverschijnselen, maar vooral verspreiding van het vogelgriepvirus tegengaan.
Vaccinatietraject
Het kabinet wil vaccinatie op verantwoorde wijze mogelijk maken, met het oog op de dier- en volksgezondheid en dierenwelzijn. Daarom is voor een stapsgewijze benadering gekozen. Naast de veldproef zal ook een pilot worden uitgevoerd om een groter aantal pluimveebedrijven in Nederland te vaccineren. De pilot zal naar verwachting in het tweede kwartaal van 2024 plaatsvinden op meerdere pluimveebedrijven. Voorwaarde is dat het vaccin dan Europese goedkeuring heeft en als de resultaten van de eerste laboratoriumproef bekend zijn.
Bij de pilot zal ook veel aandacht zijn voor de effecten van vaccinatie op de handel in pluimveeproducten en het opzetten van een surveillanceprogramma. Dat surveillanceprogramma is om een eventuele besmetting op een gevaccineerd bedrijf, iets wat ondanks vaccinatie toch zou kunnen gebeuren, zo snel mogelijk op te sporen. Zo wordt de kans dat virus toch blijft circuleren zo klein mogelijk gemaakt.
Alertheid
Het is nog altijd van groot belang dat pluimveehouders alert blijven en dat ze een verdenking van vogelgriep zo snel mogelijk melden bij de NVWA, zoals ze nu ook doen, en de verplichte hygiënemaatregelen blijven toepassen. Dat is op dit moment de beste manier om de kans op een vogelgriepbesmetting zo klein mogelijk te houden.