Een nieuw DCNA-project ‘Monitoring for Bird Biodiversity Conservation in the Dutch Caribbean’ is officieel gelanceerd. Door het combineren van verbeterde training, veldonderzoek en het gebruik van een gestandaardiseerd monitoringprogramma kunnen lokale natuurbeheerorganisaties nu beter bijdragen aan het monitoren en beschermen van landvogelpopulaties en hun omgeving in het Caribisch gebied.
Met dit nieuwe project wil de Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA) de natuurbeheerorganisaties (parken) – Fundacion Parke Nacional Aruba (FPNA), Stichting Nationale Parken Bonaire (STINAPA), Caribbean Research and Management of Biodiversity (CARMABI), Saba Conservation Foundation, St. Eustatius National Parks (STENAPA) en Nature Foundation St. Maarten– uitrusten met de tools om landvogelpopulaties actief te monitoren en de gegevens te analyseren. Dit project is meer dan alleen het verzamelen van gegevens; het is een dynamisch, wetenschappelijk aangedreven initiatief dat is ontworpen om uitgebreide analyses en kennisuitwisseling mogelijk te maken en inzichten te bieden in de gezondheid van de lokale ecosystemen. Het project is dit jaar gestart en loopt tot het eerste kwartaal van 2028. Het project wordt gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de activiteiten van DCNA worden gefinancierd door de Nationale Postcode Loterij.
Ecologische gezondheid
Vogels bieden een unieke lens waarmee de parken de algehele gezondheid van hun ecosystemen kunnen beoordelen. Bovendien spelen vogels een cruciale rol in de ecosystemen van eilanden, bijvoorbeeld door bloemen te bestuiven, zaden te verspreiden, en ze benadrukken hoe belangrijk beschermde gebieden zijn voor bepaalde, kwetsbare soorten met een beperkt verspreidingsgebied. Door de relatieve dichtheid en soortensamenstelling van vogels in verschillende omgevingstypen te volgen, kunnen er een aantal belangrijke inzichten worden verkregen op eiland-, intereiland- en regionaal niveau.
Eén doelstelling is om de relatieve dichtheid aan vogels beter te begrijpen, zowel in het algemeen als voor specifieke soorten. Door middel van zorgvuldige observatie zal dit project proberen patronen en fluctuaties in de loop van seizoenen en tijd te onderscheiden. Deze fluctuaties zijn niet alleen indicatoren van het vogelleven, maar vensters in een bredere ecologische dynamiek.
Daarnaast zal dit project het hele jaar door de samenstelling van vogelsoorten in verschillende omgevingen onderzoeken. Dit zal de parken een beter inzicht geven in hoe lokale ecosystemen het hele jaar door ontwikkelen en zich aanpassen.
De monitoringinspanningen zullen ertoe bijdragen dat bedreigde soorten tijdig worden geïdentificeerd om hun overleving op de lange termijn te beïnvloeden. Ook kunnen veranderingen – of de afwezigheid daarvan – in de omvang van de vogelpopulatie wijzen op veranderingen of stabiliteit in de omgeving. Op deze manier kan het monitoren van de vogelpopulatie ons meer vertellen over de ‘gezondheid’ van de natuur in het algemeen. Dit helpt parken om het succes van natuurbehoud te evalueren en indien nodig beheersmaatregelen aan te passen.
Methodologie
In 2022 heeft DCNA parkpersoneel de mogelijkheid geboden om de PROALAS-workshop voor vogelmonitoring in de Dominicaanse Republiek bij te wonen, georganiseerd door BirdsCaribbean. Via de Research and Monitoring Working Group van DCNA kozen de parken ervoor om het PROALAS -protocol te gebruiken als een gestandaardiseerde monitoringmethode voor landvogels. Dankzij dit gestandaardiseerde protocol zullen de in dit programma verzamelde gegevens vergelijkbaar zijn tussen de Nederlands Caribische eilanden en met de rest van het Caribisch gebied en de Zuid-Amerikaanse regio.
Er zullen tweemaal per jaar vogelonderzoeken op alle zes de Nederlands-Caribische eilanden worden uitgevoerd, namelijk in maart/april (na het regenseizoen) en in oktober/november (vóór het regenseizoen). Deze onderzoeken zullen worden uitgevoerd door getrainde parkwachters en andere vogelexperts.
Een gedeelde toewijding aan de wetenschap
Dit project zal tevens bijdragen aan het realiseren van de strategische doelen op het gebied van (land)vogels en hun leefgebieden als onderdeel van het Natuur- en Milieubeleidsplan (NEPP) van de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Infrastructuur en Waterstaat. (I&W). Het project is ontwikkeld in overleg met Wageningen University & Research om ervoor te zorgen dat het gebruikt kan worden voor de gerelateerde “Staat van de natuur Caribisch Nederland rapportage”. Om de transparantie te bevorderen en samenwerking te bevorderen, zullen alle verzamelde gegevens bovendien toegankelijk worden gemaakt via de Dutch Caribbean Biodiversity Database (DCBD), Observation.org, en BirdsCaribbean. Deze toewijding aan het delen van gegevens overstijgt grenzen en zorgt ervoor dat de wetenschappelijk gestuurde inspanningen op het gebied van natuurbehoud niet alleen ten goede komen aan het Nederlandse Caribisch gebied, maar ook aan de mondiale wetenschappelijke gemeenschap.