Het openbaar ministerie heeft vandaag in de strafzaak ‘Flamingo’ een onvoorwaardelijke
gevangenisstraf van 3 jaar geëist tegen de politicus O.E. O., voormalig minister van Ruimtelijke
Ontwikkeling, Infrastructuur en Milieu (ROIM). O. wordt ervan beschuldigd zich schuldig te
hebben gemaakt aan omkoping, oplichting bij de uitgifte van erfpachtgronden en bij de
aanstelling van spookambtenaren, en misbruik van zijn functie in de periode van 2017 tot en
met 2019. Naast de celstraf eist het openbaar ministerie dat hem voor de duur van 6 jaren het
passief kiesrecht wordt ontnomen en ook het recht om de functie van ambtenaar te bekleden.
Het openbaar ministerie eist ook tegen de vier andere verdachten onvoorwaardelijke straffen.
Tegen de verdachte E.F. E. wordt een gevangenisstraf van 18 maanden geëist. E. wordt ervan
beschuldigd zich als ambtenaar bij het bureau van de minister schuldig te hebben gemaakt aan
omkoping en misbruik van functie.
Tegen verdachte R.I. W.C. wordt een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke
gevangenisstraf van 6 maanden geëist. Zij wordt verweten zich als medewerker van de DIP
schuldig te hebben gemaakt aan oplichting, valsheid in geschrift en misbruik van functie.
Verdachte L.B. P. is aangemerkt als een zogenoemde spookambtenaar. Hij wordt ervan
beschuldigd het Land te hebben opgelicht. Tegen P. is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf
van 6 maanden gevorderd en is daarnaast en ontnemingsvordering aangekondigd.
Verdachte J.A. O. wordt er eveneens beschuldigd van oplichting van het Land Aruba door een
andere medeverdachte voor zich te hebben laten werken, en deze door een
schijndienstverband bij de overheid te laten uitbetalen door het Land. Tegen J.A. O. is een
geldboete van AFL 25.000,- geëist en een taakstraf van 180 uren.
Het onderzoek Flamingo, dat in 2019 van start is gegaan, richtte zich op onregelmatigheden
binnen het ministerie van O.E. O. Het openbaar ministerie rekent O. zwaar aan dat hij zijn
invloed en macht heeft uitgeoefend om vrienden en bekenden te bevoordelen of een
voorkeursbehandeling te geven. Door dit handelen wordt het vertrouwen in een integer
overheidsbestuur aangetast.